Het leven is geen lolletje
De Gemeenschap speelt BLIJSPEL
Esther Kleuver | De Telegraaf
Vier acteurs proberen u de avond van uw leven te bezorgen. Er moet en zal gelachen worden. Maar hun glimlachen vervormen steeds meer tot grimassen. Leuk doen blijkt namelijk een nogal vermoeiende bezigheid. Zelf wordt theatermaker Roy Peters van De Gemeenschap heel gelukkig van zingen en dansen. Waar dat door komt, dat weet hij niet precies. En je kunt ook niet altijd maar door blijven dansen en zingen. Op een gegeven moment sta je weer stil en is de roes voorbij. In zijn voorstelling ‘BLIJSPEL’ proberen vier mensen hun geluksgevoel zo lang mogelijk vast te houden door het publiek en zichzelf te trakteren op sketches, liedjes, showdans, klucht en stand-upcomedy.
“Deze mensen zouden dolgraag willen dat het leven lichter is dan het daadwerkelijk is. Ze gebruiken elkaar om die illusie in stand te houden, maar dat gaat natuurlijk een keertje mis. Uiteindelijk komen ze erachter dat het troost biedt zodra je toegeeft dat het leven ook z’n zwaarte kent. Er moet simpelweg een balans zijn tussen een lach en een traan. Iets is pas echt humoristisch als er enig drama aan ten grondslag ligt. Humor en ellende horen nu eenmaal bij elkaar”, legt Peters uit. “Het leuke is dat je vanaf het begin al ziet dat er iets niet helemaal klopt. Ze brengen amusement, maar je voelt dat er iets broeit. Je vraagt je al snel af hoe ze dit vol gaan houden?”
Mimeopleiding
Roy Peters studeerde al in 1994 af aan de Amsterdamse mimeopleiding en maakte verschillende eigen voorstellingen. Toch had hij al die tijd het gevoel dat er nog iets ontbrak. Uiteindelijk besloot hij de vervolgopleiding van DasArts te doen, waar hij in 2005 vanaf kwam. “Op de mimeopleiding werkte je in de tijd dat ik erop zat vanuit het collectief, terwijl ik nu leerde om mezelf meer als eenling te zien. Ik werd aangesproken op mijn kunstenaarschap. Ze stimuleerden me om te gaan regisseren en op die manier ben ik nu ook dichter bij dat wat ik echt wil maken gekomen.”
Volgend theaterseizoen gaat er alweer een nieuwe voorstelling van De Gemeenschap in première. ‘JIJ en IK’ gaat over het songfestival en wordt geschreven door Rob de Graaf en gespeeld door o.a. Bill van Dijk. De voorstelling is qua thematiek gelinkt aan BLIJSPEL. “Ook hier zal het weer gaan over de oppervlakte versus de zwaarte, over het individu tegenover het collectief. Ik weet niet of ik ooit met dat onderwerp klaar ben.”
Toch niet zo’n blij spel
Daphne Broers | Eindhovens Dagblad
In ‘Blijspel’ proberen vier artiesten alle mogelijk ernst en negativiteit af te zweren. Ze willen een luchtig amusementsprogramma voor de mensen in elkaar zetten, met lollige liedjes en sketches, die vooral licht en ongecompliceerd zijn. Er moet gelachen worden! Tot het niet meer grappig is.
Wat zijn dat voor artiesten die jouw stuk bevolken?
Roy Peters: “Ze besluiten dat lichtheid het leven makkelijker maakt en willen daarom bewust een oppervlakkige show in elkaar zetten. Ze knokken er enorm hard voor, maar het mislukt natuurlijk'”
Hoezo, natuurlijk?
“Als je alles wat zwaar of ellendig is ontkent, hou je dat op een gegeven moment niet meer vol. In de voorstelling begint een van de spelers ineens heel hard te schreeuwen, midden in een vrolijke kinderliedjesmedley. Omdat iedereen elkaar zit te controleren of het allemaal wel ongecompliceerd genoeg is, wordt de stemming steeds grimmiger. Er moet ook plek zijn om je angsten en onzekerheden te kunnen uiten.”
Heb je iets tegen overdreven positief ingesteld amusement?
“Ik wil licht- en luchtigheid niet belachelijk maken, maar denk wel dat het een illusie is om te denken dat het leven alleen maar heel leuk en gezellig is. Echte humor kan niet zonder de ellendige en zwarte kant van het leven.”
Wat waren je belangrijkste inspiratiebronnen?
“We hebben veel zelf bedacht, maar ook veel naar Tineke Schouten en André van Duin gekeken. En natuurlijk naar de Lama’s. Daar wordt ik bijvoorbeeld echt niet vrolijk van.”
Hele volksstammen smullen ervan.
“Persoonlijk hou ik niet van die lach-of-ik-schiet-humor. Het is heel agressief. De Lama’s zie je echt in paniek raken als een grap niet goed valt. Die denken; het moet wél leuk zijn, anders lig ik uit de groep en vinden ze me saai. Ik hoop dat mensen moeten lachen om mijn voorstelling, maar ook dat ze zich afvragen waarom ze lachen.”
‘Blijspel’ is een mimetheatervoorstelling. Wat is daar anders aan dan een gewone voorstelling?
“Mime had vroeger een beetje zweverig en elitair imago. Dat is gelukkig aan het veranderen. Acteurs met een mime-opleiding doen eigenlijk hetzelfde als theateracteurs, alleen werken we meer vanuit ons lichaam en met het gebruik van de ruimte. Je kunt bijvoorbeeld huilen vanuit iets psychologisch – de gedachte aan iets vervelends ofzo, maar ook door je fysiek in te zetten. Bovendien beginnen veel mimevoorstellingen vanuit het niks. Geen tekst, geen script. Het groeit vanaf de eerste repetitiedag tot wat het uiteindelijk zo’n week of acht later is op het toneel.”
Blijspel [De Gemeenschap]
Ina Metscher | Theaterjournaal
“De ellende vergeten en zorgeloos lachen. Dat is waar de mensen behoefte aan hebben en De Gemeenschap zal voorzien in die behoefte.” Dat is wat Ton Heijligers zijn publiek aan het begin van de voorstelling belooft. En inderdaad, op het moment dat hij dat zegt, heb je al hartelijk gelachen om twee versies van ‘A brand new day’; een zoetsappig gebrachte a capella versie en een overdreven spektakelvesie met muziek. De toon lijkt gezet.
‘Blijspel’ wordt opgevoerd op een leeg speelvlak. Op een elektrische piano na dan; die staat aan de zijkant en wordt halverwege de voorstelling nog wat heen en weer geschoven. Op de achtergrond zie je een witte muur met wit doek in het midden. Daar kunnen de acteurs mooi door opkomen als er een nieuwe scène begint. Op de muur zijn plafonnières gemonteerd die gaandeweg de voorstelling steeds een andere kleur vertonen. Mooi detail is, dat naarmate de gemoedstoestand van de spelers donkerder wordt, ook de lampen steeds donkerder kleuren.
Humor in sneltreinvaart
De voorstelling heeft geen echt verhaal en bestaat uit allemaal verschillende scènes. Ton Heijligers praat deze aan elkaar en houdt het lekker intiem door iedereen alleen bij voornaam te noemen. In de korte klucht ‘Pak je biezen’ laten de spelers heel geraffineerd zien waar de humor in het blijspel te vinden is. Het aparte is dat juist de versimpelde en gehaaste manier waarop ze dit tonen voor de grootste lach zorgt. Arjan Bouwmeester geeft een treffende imitatie van André van Duin weg en Kim van Zeben en Reineke Jonker maken gebruik van typische uitersten in hun stand-up act. Kim zet het stoere manwijf neer en Reineke het domme blondje.
Beheersing
Halverwege de voorstelling wordt in een improvisatiescène de vaart er weer ingebracht. De acteurs vallen hierbij jammerlijk terug op de verzekerde lach met veel grappen over seks en geweld. Dat we met geschoolde mimespelers te maken hebben, blijkt wel uit de gedetailleerde afwerking van elke beweging. Volledig gecontroleerd bewegen ze over het toneel en niets wordt aan het toeval overgelaten. Ook hun stembeheersing doet heerlijk rustig luisteren naar elk verhaal en ieder lied. Diverse humorvolle nummers worden ten gehore gebracht rond de piano en ook de actualiteit wordt daarin niet vergeten.
Zien lachen doet lachen
Door de diverse facetten van komisch theater de revue te laten passeren, proberen de spelers hun publiek koste wat kost aan het lachen te krijgen. Met een brede grijns op hun gezicht lijken ze zichtbaar lol te hebben en dat werkt aanstekelijk. Maar de prijs is hoog, dat blijkt wel als tussen de bedrijven door onderling de nodige sneren worden gegeven. Tijdens een kinderliedjesmedley krijst Reineke het uit en na de zoveelste showchoreografie begint zelfs Ton keihard te huilen. Langzaam verandert hij van belerende groepsleider in een sarcastische sadist. Zelfs de verkrampte lach verdwijnt nu van de lippen van alle spelers en na wat tactische verplaatsingen en wantrouwende blikken naar elkaar, zakken ze, allemaal gelijktijdig, in elkaar. Behalve Kim, die blijft zitten en vertelt een verhaal, volkomen stoïcijns en daar valt dan inderdaad niet om te lachen. De acteurs ‘spelen’ zichzelf. Maar helaas alleen in naam, want echt toegelaten in de persoon word je niet. En dat is jammer, want juist dat soort verbondenheid maakt dat je theater echt ervaart.